‘Brengt gat in de Afsluitdijk de zalm terug?’
In de Trouw wordt ingegaan op de Vismigratierivier, een gat in de Afsluitdijk dat Waddenzee en IJsselmeer weer met elkaar verbindt: “Bij Kornwerderzand rechtsaf, geldt over een paar jaar voor de vissen die naar het IJsselmeer willen. Ze botsen al 85 jaar op de Afsluitdijk. Maar er is goed nieuws voor stekelbaars, spiering en zalm.”
Een gestage stroom auto’s passeert de sluis bij Kornwerderzand. Het tempo zit er goed in, oponthoud door openstaande bruggen is in de winter zeldzaam. Ruim 20.000 verkeersbewegingen per dag registreert Rijkswaterstaat hier. Een aantal dat in het niet valt bij de cijfers van een toekomstige kruisende verkeersstroom.
Over een jaar wordt begonnen aan de bouw van de vismigratierivier, een gat in de Afsluitdijk dat Waddenzee en IJsselmeer weer met elkaar verbindt. Verwacht wordt dat miljoenen trekvissen de passage gaan gebruiken. Zeeforel, fint en rivierprik die in de rivieren paaien, maar verder in zout water leven; paling en bot die precies het omgekeerde doen.
“Het aantal Nederlandse paaiplekken van de rivierprik is nog maar op de vingers van één hand te tellen,” zegt Lies Van Nieuwerburgh, marien ecoloog bij de Waddenvereniging, de club die het initiatief tot de aanleg van de vismigratierivier nam. “Wie kent de fint nog? Wie weet dat de zalm zo overvloedig in onze rivieren zwom dat hij als armeluisvoedsel gold? Door de Afsluitdijk daalde de visstand in het IJsselmeer en de aansluitende rivieren dramatisch.” Het nieuwe gat in de dijk biedt trekvissen straks weer een vrije noord-zuid doorgang. De andere kant op was nooit een probleem. De weinige vissen díe nog in het IJsselmeer zwemmen, kunnen zich naar buiten laten voeren met het overtollige binnenwater dat de spuisluizen met regelmaat op de Waddenzee lozen.
Wat wil de vis?
In het project Vismigratieriver Afsluitdijk – kosten: 55 miljoen euro – hebben de aangrenzende provincies en gemeenten zich verenigd in het samenwerkingsverband De Nieuwe Afsluitdijk. Ook Rijkswaterstaat, de Waddenvereniging en organisaties als It Fryske Gea, Coalitie Blauwe Hart en Sportvisserij Nederland zijn nauw betrokken bij het gat in de dijk. Hoewel het woord ‘gat’ een grove simplificatie is – het project behelst meer dan het doorboren van honderd meter basalt en beton. Van Nieuwerburgh wijst naar de rustig kabbelende golfjes op het IJsselmeer. “Zodra de vissen door de passage zijn, zwemmen ze aan deze kant een compleet nieuw natuurgebied in, met riet, waterplanten en een kronkelende getijdenrivier. Met elke vloed van de Waddenzee stroomt zout water dit estuarium binnen waarop de vissen kunnen meeliften. De zout-zoet gradiënt schuift met het getij mee, zodat ze zich in alle rust aan de nieuwe omstandigheden kunnen aanpassen.”
De ingenieurs en ecologen die wereldwijd bij het ontwerpproces betrokken waren, hebben zich steeds zo veel mogelijk verplaatst in de trekvis: waar wil hij naartoe en wat heeft hij daarvoor nodig? Ze kwamen ook andere uitdagingen tegen. Het IJsselmeer is Nederlands grootste zoetwaterreservoir, landbouw en drinkwatervoorzieningen zijn ervan afhankelijk. Het zoute zeewater stroomt straks ongehinderd door de Afsluitdijk; de stormvloedkering die in de dijk wordt aangebracht gaat alleen dicht als dat voor de veiligheid noodzakelijk is. “Om te voorkomen dat zout water via het estuarium het IJsselmeer binnendringt, komen er aan het eind van de rivier sluisdeuren,” zegt Erik Bruins Slot, de projectleider uitvoering. “De binnenkomende vloedstroom zelf drukt de deuren dicht en als het water zich bij het begin van de ebstroom terugtrekt, gaan ze vanzelf weer open. Door een gootconstructie kunnen de vissen, ook als de sluisdeuren dicht zijn, toch verder zwemmen. Die vis moet er 24 uur per dag door kunnen.” Bruins Slot is enthousiast over de manier waarop met de natuur wordt samengewerkt. “Een mooi voorbeeld is dat we met dit project in één moeite door de spuicapaciteit verhogen. Door de heersende zuidwestenwind komt het IJsselmeerwater nu niet recht op de sluizen af. Dat is inefficiënt. Doordat het water straks de strekdammen van het estuarium moet ronden, maakt het al ver vóór de Afsluitdijk een bocht en komt daarna mooi recht op de spuisluizen af.”
Rode loper
Straks is er een passage in de dijk, een estuarium vol groen en een rivier van zout tot zoet. Maar dan de vissen nog. Hoe gaan zij de rode loper die voor hen wordt uitgerold vinden? “Geen probleem,” weet Lies Van Nieuwerburgh. “Tot 1932 was hier een open toegang tot de rivieren in het achterland. In de spuikom aan de noordkant van de dijk verzamelen zich nu al duizenden vissen die de lokkende zoetwaterstroom van het spuiwater ruiken. Ze kunnen nu nog niet naar binnen – óf de stroom is te hard óf de schuif is alweer dicht.” Straks glijden ze haast vanzelf door de dijk.
Wanneer durft de ecoloog van de Waddenvereniging de vismigratierivier een succes te noemen? “Terug naar de tijd van vóór de Afsluitdijk gaan we nooit meer. De rijkdom van begin vorige eeuw krijg je niet terug met een verbinding. Maar het is helder dat we een gigantische barrière wegnemen. We verwachten dat er vitale zeeforel- en zalmpopulaties in de rivieren terugkomen en dat er weer een gezond voedselweb met meer soorten in het IJsselmeer ontstaat, waardoor ook de vogelpopulatie zal toenemen. En hoe mooi zou het zijn als de IJsselmeervisserij weer een toekomst heeft doordat er een surplus aan vis is?”
Visbeleving
Over vier tot vijf jaar is de vismigratierivier klaar. Al op 24 en 25 maart a.s. wordt het Afsluitdijk Wadden Center in Kornwerderzand geopend. Naast het verhaal van de vismigratierivier vertelt dit centrum ook over Werelderfgoed Waddenzee, IJsselmeer en de Nederlandse waterbouw in het algemeen. Een installatie van grote roestvrijstalen vissen in het water zal de werking van de vismigratierivier zichtbaar maken, op een van de strekdammen en in de passage komen wandelpaden waar de bezoeker als het ware met de zwemmende vis kan meelopen.
Exportproduct
De Vismigratierivier Afsluitdijk is de eerste in zijn soort: op de grens van getij en vast peil én op de grens van zout en zoet, met de belangrijke voorwaarde dat het aan de binnenkant ook zoet blijft. Dit voorbeeld van 21e-eeuws Dutch Delta Design zou zo maar een nieuw exportproduct kunnen worden. De belangstelling is er. Waterbouwkundigen uit Zuid-Korea en Indonesië zijn al in Kornwerderzand geweest.
Bron: Trouw.